Hoe heerlijk is het om verse kruiden te hebben in je tuin, serre of potjes op je vensterbank. Altijd een smaakmaker bij de hand, en bovendien ruiken ze lekker. Wil je er veel langer van genieten, dan kan je de kruiden drogen. Hoe je dat doet? In een-twee-drie!
In de lente en de zomer zijn keukenkruiden in hun nopjes. Ze groeien en bloeien weelderig. Wil je ze ook daarna nog gebruiken, dan kan je ze knippen én drogen. Dat kan makkelijk, volgens een eeuwenoude techniek. Het water wordt onttrokken aan de kruiden, maar de smaak blijft. Met hun stevige blaadjes zijn laurier, munt, lavendel, oregano, dragon, kamillebloemen, rozemarijn, salie en tijm daar ideaal voor.
Trek er ’s ochtends vroeg op uit. Het moment dat de dauw net is opgedroogd, is het perfecte moment om te oogsten. Knip de kruidensteeltjes en laat ze hangend drogen. Bind ze daarvoor samen in kleine bosjes en hang ze 1 à 2 weken ondersteboven in een koele, donkere ruimte.
Bewaar de gedroogde kruiden in luchtdichte potjes. Zo geniet je er nog maanden van. Om je favoriete bereidingen mee te kruiden, er lekkere thee van te zetten of leuke kruidenmengelingen mee uit te proberen.
