Waar leeft hij?
De staartmees komt voor in bossen, tuinen en parken. Een structuurrijk leefgebied heeft de voorkeur met een rijke ondergroei en enkele dode of afstervende bomen. Ook houtkanten, struweel en hoogopgaand struikgewas zijn ideaal. De staartmees houdt van een goede mix tussen open en meer gesloten plekken.
Hoe plant hij zich voort?
- De staartmees maakt een koepelvormig nest (met zijingang) dat bestaat uit mos, korstmos, spinrag en berkenbast. In één nest kunnen tot 4.000 schilfertjes korstmos worden verwerkt. De binnenkant wordt bekleed met wol, mos en veertjes. Bouwtijd: twee tot drie weken.
- Zowel het mannetje als het vrouwtje helpen aan de nestbouw.
- De meeste paartjes krijgen bij het grootbrengen van hun jongen hulp van hun aanverwanten waarvan het broedsel is mislukt. Voor zover bekend, zijn de helpers steeds jongen van het mannetje van het succesvolle broedpaar. Een nest kan tot 8 helpers hebben. De helpers verhogen het reproductief succes van de soort aanzienlijk.