Als je barbecue een deksel heeft, kan je ook kiezen om indirect te grillen. Of je best direct of indirect grilt, hangt af van wat je klaarmaakt.
Als je direct grilt op het rooster van je barbecue, gaart het vlees rechtstreeks door de warmte van de houtskool of het gas. Je roostert het vlees of de vis direct boven het vuur, meestal bij zeer hoge temperaturen.
Wanneer je direct grilt, moet je constant bij de barbecue blijven. Je moet het eten geregeld omdraaien zodat het niet aanbrandt.
TIP! Het vet dat uit het vlees loopt, kan vetvlammen veroorzaken. Zo kan je eten verbranden. Dit moet je zeker voorkomen, want aangebrand voedsel is niet lekker en al helemaal niet gezond.
Om indirect te grillen met je barbecue, heb je een deksel nodig. Door het deksel te sluiten, creëer je een oveneffect: het vlees of de vis wordt dus niet gegaard door de rechtstreekse hitte, maar door de rookgassen in de barbecue. De warmte wordt gelijk verdeeld over je stukken vlees of vis die zo geleidelijk aan kunnen garen. Indirect grillen, doe je dus best bij een middelmatige temperatuur.
Houtskoolbarbecue: wacht tot de kolen gloeien. Hark de helft van de kolen naar één zijde en de andere helft naar de andere. In het midden zet je een vuurvaste schaal. Vlees of vis leg je daarboven op de grill.
Gasbarbecue: schakel één brander uit. Leg het vlees of de vis boven de brander die níét brandt.
TIP! Gebruik bij indirect grillen aromaten zoals wijn, bier, bouillon of kruiden onder het vlees of de vis. Dit geeft allerlei lekkere smaken aan het voedsel.
Heb je nog vragen of kom je graag ons assortiment eens bekijken in de winkel? Je bent altijd welkom bij Horta voor inspiratie en professioneel advies op jouw maat.