Tuinvogels mag je natuurlijk het hele jaar door voederen, maar zeker in de winter hebben ze wat extra hulp nodig. Insecten verdwijnen, bessen zijn geplukt en regen en sneeuw maken het moeilijk om zaden te vinden. Bovendien zijn de dagen korter en is er minder tijd om voedsel te zoeken. Hoe kunnen wij de tuinvogels helpen?
Om hun lichaamstemperatuur van 40 °C op peil te houden, hebben de vogels extra energie, vetten en vooral eiwitten nodig. Van november tot april voorzie je daarom best vetrijke producten (vetbollen, pindaslingers, pindakaas ...) en mag je voedertafel goed gevuld zijn. En als je voedert, doe dat niet eenmaalig, maar voeder regelmatig. Op die manier weten de vogels dat er altijd voeder in je tuin te vinden is. Belangrijk: blijf ook na de winter bijvoederen tot maart en april, want in februari dragen de planten nog geen zaden.
TIP! Doe zeker geen zout in hun drinkwater om bevriezing te voorkomen, daarmee maak je hen alleen maar dorstiger. Gebruik altijd proper, vers drinkwater. Is het water toch bevroren? Schraap het ijs dan wat los, de vogels zullen de ijsschilfers benutten.
This Modal is powered by moori Foundation