Door de zachte temperaturen tijdens de wintermaanden, houden dieren een steeds kortere winterslaap en wordt de natuur veel sneller dan normaal weer wakker. Dat hoeft geen probleem te zijn, weet Natuurpunt … als er niet nog een strenge winterprik volgt.
In januari houden planten, bomen en veel dieren een winterslaap. De laatste jaren duurt die sluimerperiode steeds korter. Salamanders houden normaal een winterslaap tot februari of maart, maar worden in januari alweer gespot in poelen, padden beginnen al aan hun jaarlijkse trek, egels gaan opnieuw op avontuur en de hazelaar begint te bloeien. De natuur wordt veel vroeger wakker.
Niet normaal, zegt Natuurpunt. En ook niet per se een probleem, al kan het dat wel wórden. Bijvoorbeeld als er alsnog een vorstperiode aankomt. Of net heel droge of warme periodes. Want daar zijn de dieren niet op voorzien. Deze beestjes kunnen een afwijking of tegenslag overkomen, maar niet als het blijft duren.
Dat zit zo: dieren die een winterslaap houden, bouwen in de zomer energiereserves op om de winter door te komen. Tijdens koude winters verloopt die stofwisseling traag en worden die reserves heel geleidelijk opgebruikt. Maar tijdens milde winters zijn ze sneller door hun vetvoorraad heen. Als er dan toch nog, na hun (korte) winterslaap, een ijskoude periode aanbreekt, krijgen ze het moeilijk.
Enkele voorbeelden? Padden beginnen jaarlijks tegen eind februari of begin maart aan hun ‘paddentrek’. Nu beginnen ze daar veel vroeger aan en zijn er nog geen maatregelen genomen. Het gevolg: veel meer meldingen van platgereden padden. De grote paddentrek wordt steeds minder voorspelbaar.
Ook veel egels ontwaken vroeger dan normaal uit hun winterslaap en trekken op avontuur. Ze doen dan ook sneller beroep op hun vetreserves. Als het weer koud wordt, kunnen ze misschien weer in winterslaap, maar dat is niet ideaal, want ze zijn er eigenlijk niet klaar voor.
Eekhoorns houden geen winterslaap, maar gaan wel in winterrust. Zij schieten nu zo vroeg in het jaar weer in actie, terwijl er nog weinig of geen vruchten, noden of zaden te rapen vallen in de natuur. Hetzelfde geldt voor veel tuinvogels.
Of hoe de klimaatverandering ook de allerkleinsten treft.
Toegegeven: klimaatverandering zullen jij en ik niet in ons eentje oplossen. Maar er zijn wel enkele handige kneepjes die je kan toepassen die tenminste de verwarde beestjes in je tuin kunnen helpen! Hier alvast een paar eenvoudige ideeën:
Voorzie extra voeding. Denk aan vetbollen voor vogels, calorierijke voeding voor egels, suikerwater voor vlinders... Ze kunnen een energieboost goed gebruiken.
Zo laat je zien dat je geeft om de allerkleinsten! En dat je met kleine aanpassingen een wereld van verschil kan betekenen voor hun overlevingskansen. En dat is net zo met onze planeet. Samen maken we het verschil — voor natuur én dier!