Planten hebben licht, water en lucht nodig, maar ook voeding en ruimte. Komen de wortels langs boven of onderen uit de pot, dan is het tijd om te verpotten. Ook bladeren die geel beginnen te kleuren, zijn een duidelijk teken. De meeste planten moet je jaarlijks verhuizen.

Dat kan je het hele jaar door doen, maar idealiter doe je dat net voor het groeiseizoen echt van start gaat, in maart. In de herfst kan ook, voor je plant in ‘winterslaap’ gaat.

TIP!  Controleer bij nieuwe planten of ze niet te strak in hun pot zitten. Vaak hebben zij al snel nood aan een grotere pot.

Vijf eenvoudige stappen

Kamer- en terrasplanten hebben dus regelmatig nood aan meer ruimte of verse potgrond, maar het is ook verstandig om je kruiden, kleinfruit en groenten in pot op tijd te verpotten voor een betere groei en opbrengst.

TIP! Controleer eerst aandachtig je plant op parasieten zoals bladluis of spint.

1. Haal de plant voorzichtig uit de oude pot. Maak de kluit wat los en haal de aarde van tussen de wortels vandaan.
2. Verwijder opgedroogde, afgestorven en rotte wortels. Knip ook te lange en te dikke wortels af. De overige wortels mag je gerust wat inknippen, dit stimuleert de groei.
3. Kies een pot die zeker 2 à 3 cm groter is dan de vorige. Bij planten die je al een tijdje niet meer hebt verpot, kies je zelfs best een pot die 5 tot 6 cm groter is.
4. Zorg dat de pot drainagegaten heeft. Zo vermijd je ‘natte voeten’ bij je plant. Strooi op de bodem van de pot scherven of een laagje hydrokorrels.
5. Leg een laagje potgrond, plaats de plant er in. Vul de pot verder op met potgrond tot ongeveer 1 cm onder de rand.