Tomaten oogst je ten vroegste begin juni, maar om te oogsten heb je natuurlijk gezonde tomatenplanten nodig. Die krijg je door ze op tijd te verluchten, bewateren, dieven, snoeien, bemesten ... Enkele gouden tips van onze expert!
Of je nu zaait of plant, je tomaten zullen eerst binnen moeten groeien. Tomaten zijn gevoelig voor vorst. Als vuistregel geldt dat je ze pas na de IJsheiligen buitenzet, dat is na de tweede week van mei. In de praktijk kan het bij mooi, vorstvrij weer al vanaf eind april.
Tomaten die te vochtig staan, lopen meer risico op schimmelziekten. Verstuif daarom preventief DCM Vitasilica na het dieven. Dat bevat veel sporenelementen (die de plant versterken), silicium (dat een uitdrogend effect heeft op kiemsporen van schimmels) en zwavel (dat preventief werkt tegen witziekte).
Normaal verschijnt er om de week een nieuwe bloementros op de plant. Waar de bladeren vergroeid zijn met de stengel, staan okselscheuten of ‘dieven’. Ze zijn nutteloos en doen de plant kracht verliezen, waardoor de oogst minder wordt. Dief je niet of onvoldoende, dan komt er bovendien dauw op de bladeren, wat op zijn beurt kan leiden tot schimmels. Breek deze scheuten dus weg. Controleer wekelijks op ongewenste okselscheuten. Kerstomaatjes hoef je niet te dieven.
Mest wat bij zodra drie trossen zijn gevormd. Planten in potten geef je best elke week een scheutje DCM vloeibare meststof voor sterke planten met stevige wortels.
Tomaten zijn zelfbestuivend. Het volstaat dat er stuifmeel op de stamper komt van dezelfde bloem om een vrucht te krijgen. Buiten helpen de wind en bijen of hommels een handje, maar planten die binnen staan, help je best door ze om de twee dagen te trillen. Beweeg de bloemtrossen regelmatig met de hand of met een stokje of penseeltje, zodat het stuifmeel op de stamper van de bloem terechtkomt.
TIP! Plaats een hommelkast in de buurt van je tomatenplanten. Dan doen de hommels het werk voor jou.
Zodra de vruchtjes op een tros zichtbaar zijn, is trossnoei aan te raden voor een regelmatige, overvloedige productie van mooie vruchten. Bij vleestomaten laat je maximaal vier tot vijf vruchten per tros uitgroeien, bij trostomaten zeven tot acht. Bij kerstomaten is trossnoei overbodig.
Merk je dat je tomatenplanten last ondervinden van schadelijke insecten, zoals de bladluis? Zet dan natuurlijke vijanden in: