Sommige voorjaarsbollen zoals krokussen en narcissen, kan je in de grond laten zitten. Vele andere bloembollen, zoals dahlia’s en gladiolen, zijn vorstgevoelig en zullen het niet overleven als je ze laat zitten. Daarom: bloembollen bewaren. In 3 stappen.
1. Bloembollen rooien
Knip de uitgebloeide bloemen meteen na de bloei af. Op die manier steekt de bloembol zijn energie niet meer in het maken van zaaddozen, maar spaart hij zijn krachten om zelf sterker te worden.
TIP! Je kan extra meststof toevoegen om de bol nog sterker te maken.
Als het blad en de steel volledig zijn afgestorven zijn, kan je de bloembol rooien.
2. Bloembol schoonmaken
Haal de aarde van de bloembollen, maar gebruik hiervoor geen water.
Onderaan de bloembol kunnen er kleine nieuwe bolletjes zijn, dat zijn ‘broedbolletjes’. Verwijder deze samen met de oude huid en de wortels.
TIP! De broedbolletjes kan je volgend jaar ook planten!
3. Vind een geschikt plekje
Plaats de bloembollen in een kartonnen doos of een eierdoos. Tussen de lagen bloembollen leg je best wat krantenpapier.
Een droge, luchtige en donkere plek is geschikt voor het bewaren van de doos met bloembollen.
Te warm en de bloembollen beginnen al te schieten. Een gemiddelde temperatuur tussen 10 en 15 °C is voor de meeste bloembollen ideaal. Hyacinten en tulpen hebben het liever iets warmer.
TIP!Zomerbloembollen bewaar je best in een doos met houtzaagsel of turfmolm of in een grote pot met grond. Enkel lelies kan je in de grond laten.
Heb je nog vragen of kom je graag ons assortiment eens bekijken in de winkel? Je bent altijd welkom bij Horta voor inspiratie en professioneel advies op jouw maat.