Door het teveel aan vocht kunnen er vanaf juni bruine vlekken op de bladeren en stengels ontstaan, die uiteindelijk rotten. De schimmel verspreidt zich zeer snel via de stengels naar de knollen. Een aangetast gewas sterft vlug af en infecteert bijzonder snel de overige aardappelplanten. Je kan gelukkig actie ondernemen om deze plaag te voorkomen.

• Kies voor resistente aardappelrassen.
• Kies voor vroege rassen. Vroege rassen worden meestal geoogst voor of bij het begin van de aardappelplaag. Door vroege rassen te poten, kan je de schimmelziekte te snel af zijn. 
• Goed verluchten, is essentieel wanneer je in een serre kweekt of de planten met plastic folie bedekt. De schimmel houdt namelijk van vochtige en warme omstandigheden.
• Plant het pootgoed iets verder uit elkaar. 
• Controleer regelmatig je planten bij vochtige omstandigheden. De eerste symptomen zijn de bruine vlekken die aan de onderkant van het loof verschijnen. Van daar gaat het razendsnel over naar het volledige blad, de stengel en uiteindelijk ook de knol. 
• Let op met stikstofrijke meststof: hoe meer stikstof, hoe meer loofontwikkeling. Hoe meer bladvorming, hoe groter de kans op schimmels en hoe moeilijk om de ziektes op tijd te spotten tussen al dat bladgroen.
• Ga preventief te werk. Gebruik het sproeimiddel Bordeauxse pap (Cuprex). Dit bestaat voor de helft uit koperoxychloride en is toegestaan voor de biologische teelt. Het legt een laag op de bladeren zodat de kieming van schimmels wordt vermeden. 

TIP! De aardappelplaag is zeer besmettelijk en kan zelfs overgaan op andere gewassen, zoals tomaten.

Heeft de plaag jouw aardappelen toch te pakken gekregen? Verwijder dan zo veel mogelijk loof en gebruik Bordeauxse pap om verdere aantasting te vermijden.