Of je nu een doorgewinterde tuinier of een enthousiaste starter bent, een grote tuin hebt of een gezellig terras: een eigen moestuinbak is altijd leuk. Je ademt frisse buitenlucht in, zet je groene vingers aan het werk én je geniet straks van eigen groenten, fruit of kruiden. Maar waar ga je van start en hoe maak je er een succes van? Je leert van ons de kneepjes van de bak, euh … het vak. Welkom in de wondere wereld van eigen kweek!
Alles begint bij het kiezen van het juiste kweekmateriaal. Ga je voor een traditionele vierkante kweekbak of heb je liever een verhoogd exemplaar? Moestuinbakken bestaan in verschillende vormen, afmetingen en materialen en voor binnen of buiten. Bedenk bij je keuze steeds goed welke planten je wilt kweken en hoeveel ruimte ze nodig hebben. Denk ook aan:
Alles in huis gehaald? Maak dan het gronddoek vast aan de moestuinbak. Daarna is het tijd om je bak te vullen. Dat doe je in drie lagen.
Wil je meer weten over hoe je de moestuinbak vult? In dit artikel gaan we dieper in op elke laag.
Bedenk én bepaal op voorhand waar in de kweekbak je jouw groenten en fruit wil. Elke plant heeft namelijk voldoende ruimte nodig. Krijgen ze te weinig plaats, dan zal de oogst ook kleiner zijn. Wist je dat sommige moestuinbakken met een houten raster komen? Dat kan helpen bij de keuze van inplanting. Sommige planten zet je ook beter niet naast elkaar.
Zaadjes gekozen? Begin ze niet lukraak in de grond te stoppen. Respecteer de zaaiafstand van elke plant, dit staat aangegeven op het zakje. Maak kleine putjes in de grond, leg er een zaadje in en bedek weer met aarde.
Afhankelijk van de tijd van het jaar kan het nuttig zijn om de zaadjes eerst binnenshuis te laten voorkiemen (voor het raam of in een kweekkas). Check even het zakje zaad! Je plant ze pas in de moestuinbak zodra ze ontkiemd zijn (en de eerste kleine blaadjes hebben). Zo zijn ze wat minder kwetsbaar en verklein je de kans dat de zaadjes gaan rotten of opgegeten worden door knaagdieren of vogels.
Je kan natuurlijk ook kiezen voor plantjes in plaats van zaden. Die zijn wat sterker en je kan bovendien sneller oogsten.
Geef op tijd water, maar overdrijf niet: hou de potgrond altijd licht vochtig. Giet je te vaak, dan kunnen de zaadjes beginnen te schimmelen. Naast water is ook voldoende licht essentieel. Staat je kweekbak binnen? Plaats hem dan bij het raam en zet hem bij mooi weer ook eens buiten.
Onderhoud je moestuinbak door dagelijks even te kijken of de aarde nog vochtig genoeg is. Maak je bak ook steeds onkruidvrij, hou insecten in de gaten en ga na of er geen ziektes de kop opsteken.
Let ook op je potgrond. De vruchtbaarheid van de grond kan na een tijdje verminderen. Op de verpakking van de potgrond zie je voor hoeveel dagen aan voedingsstoffen erin zitten. Voeg steeds meststoffen toe wanneer nodig, ook daarvoor kijk je het best op de verpakking. Doe regelmatig een ‘grote schoonmaak’. Daarmee bedoelen we: vervang jaarlijks de toplaag en om de 2 à 3 jaar alle potgrond in de kweekbak.
Met water, licht en goeie grond groeien jouw planten uit tot prachtexemplaren. Stilaan beginnen er zich vruchtjes te vormen. Je harde werk loont. Zodra de vruchten er rijp uitzien, kan je beginnen te oogsten.
Oogst niet alles in één keer, maar doe dit geleidelijk aan. Haal eerst de grootste exemplaren weg. Dat geeft de kleinere vruchten de kans om verder te groeien en zo haal jij alles uit je kweekbak. Nu kan je proeven van jouw oogst, heerlijk!