1. Een rustig plekje

Net zoals wij, houdt je kat er van om haar boodschap in alle rust te doen. Plaats de kattenbak dus niet op een druk bezocht plekje in huis, maar op een rustige plaats.

2. De juiste grootte

Let bij de aankoop van de kattenbak op de grootte van je kat. Je kat heeft graag ruimte. Ze wil eerst een paar keer ronddraaien om zo haar ideale zitpositie te vinden. Hoe groter je kat, hoe groter haar kattenbak. Maar eigenlijk geldt voor élke kat: hoe ruimer, hoe beter. Dan is ze meer op haar gemak.
(De kattenbak op de foto is duidelijk té klein.)

3. De perfecte ingang

Heb je een kleine of jonge kat of net een oudere kat met gewrichtsproblemen? Ga dan voor een kattenbak met een lage rand. Zo kan ze altijd makkelijk in de kattenbak. 

4. De juiste kattenbakvulling

Katten zijn kritisch. De grootte van de korrel, de geur van de kattenbakvulling ... alles moet kloppen. Er zijn een aantal zaken waar je rekening moet mee houden, maar het is vooral testen en kijken wat je kat verkiest.

5. De ideale vuldiepte

Fijn grint of grovere varianten zoals houtkorrels of papierkorrels die in een niet te dikke laag van 5 à 7 cm in de bak liggen, is voor de meeste katten ideaal. Je kan zelf ook eens onopvallend je kat in de gaten houden: krabbelt hij aan de bodem als hij graaft of vliegen de korrels in het rond?

6. Met of zonder deur?

Sommige katten vinden het fijner om afgesloten te zitten, andere katten net niet, of ze zullen niet door het luikje willen gaan. Je zal het je kat moeten laten uittesten. Er zijn ook kattenbakken waarvan de ingang bovenaan is, zoals de Hop-In kattenbak, zodat je kat er op die manier inspringt.

7. Verschillende vormgeving

Je vindt kattenbakken in verschillende materialen, kleuren en vormen. Over het algemeen kunnen we ze indelen in twee soorten: open en gesloten kattenbakken.

Open kattenbakken worden vooral gebruikt bij nerveuze katten die graag de omgeving in de gaten houdt, voor senior katten met gewrichtsproblemen en als opstartbak bij kittens.

Gesloten kattenbakken zijn er voor katten die vooral behoefte hebben aan privacy en rust.

8. Een proper ‘toilet’

Katten zijn erg gesteld op hygiëne — ze wassen zich dan ook elke dag urenlang. Ze verwachten dus ook een proper ‘toilet’ en dat betekent dat je elke dag de klonten of uitwerpselen uit de bak moet scheppen. Reinig regelmatig de volledige bak grondig met water en reinigingsmiddel (elke 3 tot 6 dagen). Doe dit, anders is de kans groot dat je kat op een bepaald moment nog weigert in haar kattenbak te gaan.

Om de kattenbak makkelijk te reinigen, zijn er veel hulpmiddelen. Speciale kattenbakvuilzakjes bijvoorbeeld, die je rond de kattenbak doet voor je de vulling erin doet. Of een schepje om haar ‘boodschap’ netjes te verwijderen.

TIP! Leg een speciaal matje voor de kattenbak, het vangt de kattenbakkorrels van haar pootjes op en zo blijft de omgeving rond de kattenbak proper.

9. Oeps, een ongelukje ...

Het gebeurt dat je oudere kat niet op tijd de kattenbak haalt, of je jonge kat nog niet helemaal gewend is aan de routine. Wees vooral niet te streng en straf haar niet, dat werkt averechts bij een kat. Let wel op: als dit vaker gebeurt, klopt er iets niet. Ga op tijd langs bij je dierenarts.

TIP! Een onzindelijke kat heeft altijd een achterliggend probleem. Pijn, stress, nier- of blaasproblemen ... Straffen haalt dus niks uit, zoek liever naar de bron van het probleem.

10. Een goede ‘geur’

Als je kat toch eens in huis plast — een ongelukje kan gebeuren, zie puntje 9 — wil je die plasplekken goed schoonmaken. Gebruik niet-agressieve schoonmaakmiddelen, die ruiken te sterk en dat vindt je kat niet fijn. Geef de voorkeur aan ecologische middelen zonder parfum.

TIP! Gebruik een goede kattenbakdeodorant. Die laat een frisse geur na.