Apporteren is een geweldige manier om je hond in beweging te krijgen, wandelingen leuker te maken én jullie band te versterken. Bovendien train je zijn gehoorzaamheid en wordt hij er lekker moe van, da’s mooi meegenomen. Elke hond kan leren om te apporteren. Hoe? We helpen je met een handig stappenplan, aangevuld met enkele nuttige tips. Veel plezier!
Elke hond kan leren apporteren, al zullen sommige rassen of puppy’s het sneller onder de knie krijgen dan andere. Apporteren bestaat in principe uit drie handelingen die jij je vriend moet aanleren. Je hond moet leren zoeken, terugbrengen en loslaten.
Daarbij heb je vooral veel positieve bekrachtiging, snacks en een flinke portie geduld nodig. Elke hond is natuurlijk anders, ze hebben specifieke behoeften en hun eigen temperament, maar volg deze 7 stappen en dan moet het zeker lukken!
Die keuze is belangrijk, omdat je hond niet alleen jullie speeltijd samen leuk moeten vinden, maar ook het speelgoed waarmee jullie aan de slag gaan. Kies daarom zijn favoriete speeltje voor jullie training. Dat kan een bal, een frisbee of een speciaal apporteerspeeltje zijn. Is het nieuw speelgoed? Laat je hond dan eerst even wennen aan het speeltje. Laat hem eraan ruiken en het zelf ontdekken.
TIP! Gebruik het gekozen speelgoed enkel om te apporteren. Laat het dus niet binnen rondslingeren, want je wilt dat je hond het speelgoed enkel associeert met apporteren.
Nog voor we het speeltje weggooien, moet je je hond leren om het los te laten wanneer je dat vraagt. Nu hij vertrouwd is met het speelgoed, zal elke hond (en zeker een puppy) dat speeltje in al z’n enthousiasme moeilijk loslaten in het begin van jullie training. Grijp het speelgoed beet met één hand en hou wat snacks in je andere hand. Toon de snack heel duidelijk, vlak voor zijn neus. Pas wanneer je hond het speeltje loslaat, beloon je hem met de snack en enkele bemoedigende woordjes.
TIP! Wanneer jullie beiden het speelgoed vasthouden terwijl je hond het speeltje moet loslaten, is het belangrijk dat jij je hand stilhoudt. Begint niet te sleuren en te trekken, anders dreigt je hond het te interpreteren als een trekspelletje.
Tijd om te gooien. Je hond zal er vanzelf wel achteraan lopen als het zijn favoriete speelgoed betreft en als jij genoeg enthousiasme vertoont. Maak duidelijk dat jullie in speelmodus zijn! Begin met het speelgoed niet te ver weg te gooien, zodat hij het makkelijk kan ophalen. Moedig hem aan om het op te pakken en terug te brengen.
TIP! Lijkt je hond toch niet zo geïnteresseerd? Misschien moet je een ander speeltje kiezen, of wrijf iets lekkers over het speelgoed zodat de geur er in dringt. Wieg het een beetje heen en weer voor zijn neus en zijn interesse zal snel gewekt zijn!
Het moeilijkste gedeelte. Brengt je hond het speeltje meteen terug? Super! Beloon hem uitgebreid, zodat hij begrijpt dat dit is wat je van hem verwacht. Er zijn echter nog enkele andere scenario’s mogelijk: je hond loopt weg met het speeltje en verwacht dat jij achter hem aan komt, je hond holt achter het speeltje, maar laat het vallen en keert met lege handen terug of je hond komt naar jou met het speeltje, maar laat het niet los.
Daarom is stap 2 belangrijk, hij moet ondertussen al begrijpen dat hij het moet loslaten én dat hij daarvoor zal worden beloond. De sleutel is hier geduld en consistentie, jij bent in controle. Ga dus niet achter hem aan rennen en begin niet aan het speelgoed te trekken. De regels zijn simpel: hij laat het speeltje los, jij geeft hem een beloning. Herhaling, herhaling, herhaling is de boodschap.
We hebben het al veel over belonen gehad, maar het is dan ook een essentieel onderdeel van de training. Je wilt dat je hond positief gedrag associeert met een beloning. Of omgekeerd. Dat kan natuurlijk een lekkere (gezonde) snack zijn, maar ook een aai, lieve woordjes of een knuffel. Beloon je hond enthousiast en uitgebreid wanneer hij het speelgoed ophaalt en terugbrengt. Gebruik positieve versterking, ook als hij het even niet zo goed doet.
TIP! Zorg dat de beloning (bijvoorbeeld het verorberen van een snack) maar enkele seconden duurt. Anders wordt het eerder een afleiding dan een beloning.
Nu je hond begrijpt wat je van hem verwacht, kan je specifieke commando’s toevoegen. Denk maar aan: ‘zit’, ‘blijf’, ‘apport’, ‘pak’, ‘los’ of ‘af’. Hou het simpel en duidelijk verstaanbaar.
Bijvoorbeeld bij het loslaten (stap 2): toon de snack heel duidelijk, vlak voor zijn neus. Laat je hond het speeltje los, beloon hem dan met de snack en zeg ‘los’ of ‘af’. Blijf dit consequent doen (herhaling is de boodschap!), zodat je hond het commando associeert met het loslaten van het speeltje — en het krijgen van een beloning.
TIP! Je leert hem dus éérst de handeling (loslaten) en daarna koppel je die pas aan een commando (‘los!’). Na een tijdje kan je het proberen zonder beloning en door enkel het commando te geven.
Nu je hond de basisprincipes onder de knie heeft, kan je beginnen te variëren en te experimenteren. Nu wordt het echt leuk!