Vroeger bleef er bij traditionele, kleinschalige landbouw meer voedsel achter voor de vogels. Vandaag is dat veel minder het geval. Daarom is het nodig om tuinvogels te voederen, zij eten wat jij aanbiedt als aanvulling op wat ze vinden in de natuur. Zo lok je verschillende soorten kleine vogels naar je tuin en krijgen ze een betere kans om te overleven. En dat doe je liefst een heel jaar door en niet enkel in de winter.
De ene vogel is de andere niet, ook niet wat hun eetgewoonten betreft. Let op hun snavel: insecteneters hebben een dunne spitse snavel, zaadeters hebben een stompere en rondere snavel. Vogels zoals mezen eten zowel insecten als zaden. Naast wat ze eten, varieert ook waar en hoe ze eten van soort tot soort. Sommige eten liever van een voederplank, andere vogels verkiezen dan weer een silo. Hieronder vind je een handig overzicht van de verschillende types en hun bekendste soorten. Klik op de foto's en kom meer te weten!
Zoals: Roodborstje, heggenmus, winterkoninkje
Eten liefst: op de grond, verhoogde plaats of van een voedertafel
Zoals: Koolmees, pimpelmees, staartmees, kuifmees, zwarte mees
Eten liefst: op een verhoogde plaats — in een boom of een voederhuisje
Zoals: Mus, vink, groenling, keep, sijs, distelvink
Eten liefst: op de grond of in een voederhuisje
Zoals: kauw, houtduif, tortel, ekster, gaai
Eten liefst: op de grond
Zoals: specht, boomklever, boomkruiper
Eten liefst: hangend in een boom
Als je voedert, voedert dan ook regelmatig. Zo weten de vogels dat ze steeds voer in je tuin kunnen vinden. Voeder nooit te veel in een keer, want dan trek je ongewenste gasten aan zoals muizen of ratten.
Lente
Vogels zijn naarstig op zoek naar voeding voor hun jongen mee groot te brengen. Help ze met een gevarieerd aanbod vogelvoer en de juiste planten die insecten lokken. De ouders eten het strooivoer en houden de insecten voor hun jongen. In de lente hebben ze vooral kalk en eiwitten nodig — denk aan meelwormen of fijngestampte eierschalen.
Zomer
In de zomer zoeken vogels wormen en insecten. Help hen met planten in je tuin die insecten lokken en bessen dragen.
Herfst
In de herfst zoeken vogels al actief naar een voedselplek voor de winter, wanneer er schaarste heerst. Vul je voederplank nu al rijkelijk, zodat ze weten dat ze tijdens de barre wintermaanden in jouw tuin terechtkunnen. Als het erg koud wordt, kan je al vetbollen en pinda's aanbieden.
Winter
Om hun lichaamstemperatuur van zo’n 40 °C op peil te houden, zijn vooral de wintermaanden behoorlijk uitdagend. Zaden zijn er niet meer en insecten vind je ook amper. Daarom is het belangrijk om bij te voederen. Voeder ’s ochtends en in de namiddag. Na een koude nacht hebben vogels een stevig ontbijt nodig en een voedzaam avondmaal helpt ze door de koude nacht.
Sommige vogels eten strooivoer van de grond, andere pikken liever van een mezenbol in de boom. Het is belangrijk om te weten wat verschillende vogels willen, als jij een bepaalde soort in je tuin wilt lokken.
TIP! Hang vetbollen of voedersilo’s niet te dicht in de buurt van nestkastjes, want dat kan tot conflicten leiden. Veel vogels bakenen hun territorium af en dulden geen soortgenoten binnen hun gebied.