Een gezonde bodem is dé basis voor een biodiverse tuin. Hoe goed je bodem het doet, hangt af van 4 factoren: structuur, zuurtegraad, organische stof en bodemleven. Hier gaan we dieper in op de structuur van je grond. Die hangt voornamelijk af van waar je woont, maar je kan de bodem wél een handje helpen om te zorgen dat die optimaal water en lucht doorlaat. Een overzicht van de verschillende types.
De bodem is de basis van een gezonde, biodiverse tuin. De bodem voeden en verbeteren, is dus de boodschap. Maar om te weten wat jouw grond nodig heeft, is het belangrijk om eerst te weten met welk type grond je te maken hebt en de samenstelling (of korrelgrootte) van je bodem te kennen. We maken hierbij een onderscheid tussen de drie belangrijkste types.
Een handige test om te weten met welke grond je te maken hebt: neem een handvol grond – niet te nat, niet te droog – en probeer er een worstje van te maken. Lukt dat niet, dan heb je waarschijnlijk een zanderige grond. Kan je de worst ombuigen tot de twee uiteinden elkaar raken, maar de worst breekt, dan heb je vermoedelijk leemgrond. Kan je een volledige cirkel maken? Dan is je bodem kleiachtig.
TIP! Om helemaal zeker te zijn, kan je in je Horta winkel een handige testkit kopen. Je stuurt een staal op naar de Bodemkundige Dienst en krijgt een volledig, gedetailleerd verslag van je bodem terug. Hiermee kan je terecht bij Horta voor advies op maat van jouw bodem.
TIP! Een slechte bodemstructuur krijg je voornamelijk door een gebrek aan bodemleven en een verdichting van de bodem. Lees hier hoe je het bodemleven stimuleert.